hing af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hing af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afhangen |
hing af
- enkelvoud verleden tijd van afhangen
- Ik hing af.
- Jij hing af.
- Hij, zij, het hing af.
- Ik hing af.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afhangen |
hing af
- onpersoonlijke verleden tijd van afhangen
- Het hing misschien ook wel af van het moment of van de omstandigheden.
Gangbaarheid
- Het woord hing af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.