herziet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·ziet

Werkwoord

vervoeging van
herzien

herziet

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herzien
    • Jij herziet. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herzien
    • Hij herziet. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herzien
    • Herziet!