Naar inhoud springen

herverdeelt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·ver·deelt

Werkwoord

vervoeging van
herverdelen

herverdeelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herverdelen
    • Jij herverdeelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herverdelen
    • Hij herverdeelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herverdelen
    • Herverdeelt!