herorganiseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·or·ga·ni·seert

Werkwoord

vervoeging van
herorganiseren

herorganiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herorganiseren
    • Jij herorganiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herorganiseren
    • Hij herorganiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herorganiseren
    • Herorganiseert! 

Gangbaarheid