heropvoedt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·op·voedt

Werkwoord

vervoeging van
heropvoeden

heropvoedt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heropvoeden
    • Jij heropvoedt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heropvoeden
    • Hij heropvoedt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van heropvoeden
    • Heropvoedt!