hernhutter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hernhutter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hern·hut·ter
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘lid van een christelijke sekte’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1781 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hernhutter | hernhutters |
verkleinwoord | hernhuttertje | hernhuttertjes |
Zelfstandig naamwoord
de hernhutter m
- (religie) protestant die lid is van een in 1722 in de nederzetting Herrnhut (in de Opper-Lausitz) gesticht christelijk kerkgenootschap
stellend | |
---|---|
onverbogen | hernhutter |
verbogen |
Bijvoeglijk naamwoord
hernhutter
- van de hernhutters
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord hernhutter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "hernhutter" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ hernhutter op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).