heichol
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hei·chol
Woordherkomst en -opbouw
- Herkomst: Asjkenazisch Hebreeuws [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heichol | heichalous |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het heichol o
- (Jiddisch-Hebreeuws) tempel
- (Jiddisch-Hebreeuws) ark (kast in de synagoge met de Torarollen)
Verwante begrippen
- Hebreeuws: hechal
Gangbaarheid
- Het woord 'heichol' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.