hasjgebruik

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hasj·ge·bruik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hasjgebruik
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het hasjgebruiko

  1. de hoeveelheid cannabis die een persoon of een groep mensen gebruikt
     Dit jaar moest de bijeenkomst extra feestelijk zijn, omdat recreatief hasjgebruik sinds vorig jaar in Colorado is gelegaliseerd. Het is nog niet bekend wie er achter de schietpartij zit, maar de politie zou inmiddels op jacht zijn naar twee verdachten.[1]


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 januari 2024 Weblink bron “Blowpartij loopt uit op schietpartij in Denver” (Zondag 21 april 2013, 15:06), NOS