hardcourt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

hardcourt
Uitspraak
Woordafbreking
  • hard·court
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord hardcourt hardcourts
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het hardcourto

  1. (sport) harde ondergrond voor tennisbanen, op basis van beton of asfalt, waarop een rubberachtige coating wordt aangebracht
     Pablo Carreño Busta heeft in Chengdu zijn vierde ATP-titel veroverd. De Spaanse nummer 63 van de wereld versloeg op het Chinese hardcourt in de finale Aleksander Boeblik uit Kazachstan. De beslissing viel pas in de tiebreak van de derde set: 6-7 (5) 6-4 7-6 (3).[1]
     Bertens accepteerde vervolgens een wildcard voor het WTA-toernooi in Linz. Eigenlijk stond ze daar niet ingeschreven, maar nu de strijd om de laatste tickets voor de WTA Finals (eind deze maand in het Chinese Shenzhen) op de laatste weken aankomt, besloot ze ook het bescheiden indoor hardcourt-toernooi in Oostenrijk te spelen. Volgende week is dan nog het grotere toernooi in Moskou.[2]

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Carreño Busta verovert in Chengdu vierde ATP-titel” (29-09-2019), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron
    Rik Spekenbrink
    “Bertens ook komende weken nog zonder Sluiter” (07-10-2019), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be