handslede

Nederlands

1. klein en licht vervoermiddel op glijders

Uitspraak

• Geluid:  handslede    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈhɑntsledə / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• hand·sle·de

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  hand zn  en  slede zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	handslede	handsledes handsledes
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de handslede v / m

1. licht vervoermiddel op glijders dat met de hand vooruit wordt geduwd over een gladde ondergrond als sneeuw of ijs

   • De broodvoorziening loopt echter voorlopig geen gevaar, daar een 50 eilandbewoners per handslede 10.000 kg bakkersmeel hebben aangevoerd. 

Synoniemen

• handslee (uitspraakvariant)

Antoniemen

• arrenslede
• hondenslede

Gangbaarheid

• Het woord 'handslede' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.