gruwt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gruwt

Werkwoord

vervoeging van
gruwen

gruwt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gruwen
    • Jij gruwt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gruwen
    • Hij gruwt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gruwen
    • Gruwt!