grofzinnelijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- grof·zin·ne·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van grof en zinnelijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | grofzinnelijk | grofzinnelijker | grofzinnelijkst |
verbogen | grofzinnelijke | grofzinnelijkere | grofzinnelijkste |
partitief | grofzinnelijks | grofzinnelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
grofzinnelijk
- de vleselijke lusten betreffend, in hoge mate zinnelijk
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'grofzinnelijk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.