groentemand
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: groentemand (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣruntəˌmɑnt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- groen·te·mand
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van groente zn en mand zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groentemand | groentemanden |
verkleinwoord | groentemandje | groentemandjes |
Zelfstandig naamwoord
- een bak met verschillende groentes
- ▸ Nu is precies het goede moment, vindt de ambassadeur. „We hebben afgelopen jaar gezien dat gezondere mensen minder vatbaar zijn voor corona.” Politici hebben een belangrijke rol, daarom krijgen drie leden van de Tweede Kamer vanochtend een fruit- en groentemand van Levie's mede-ambassadeur Nadia Zerouali.[1]
- ▸ Een van mijn huisgenoten werkt in de coöperatieve bioboerderij ‘'tUilenbos’, waar we groentemanden afnemen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord groentemand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Ellen den Hollander“Campagne moet ons aan fruit en groente krijgen: ‘Leg het bij stations en ziekenhuizen’” (07-04-2021), Tubantia
- ↑ Weblink bron jan bosteels“De wil om dingen te veranderen” (09/06/2007), De Standaard