groent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groent

Werkwoord

vervoeging van
groenen

groent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groenen
    • Jij groent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groenen
    • Hij groent. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van groenen
    • Groent!