gris weg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gris weg
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
weggrissen |
gris (…) weg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weggrissen
- Ik gris weg.
- gebiedende wijs van weggrissen
- Gris weg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weggrissen
- Gris je weg?
Gangbaarheid
- Het woord gris weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.