grim aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- grim aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aangrimmen |
grim (...) aan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangrimmen
- Ik grim aan.
- gebiedende wijs van aangrimmen
- Grim aan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangrimmen
- Grim je aan?
Gangbaarheid
- Het woord 'grim aan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.