grijswerkten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- grijs·werk·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
grijswerken |
grijswerkten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van grijswerken
- ...dat wij grijswerkten.
- ...dat jullie grijswerkten.
- ...dat zij grijswerkten.
- ...dat wij grijswerkten.