griffelt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- grif·felt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
griffelen |
griffelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van griffelen
- Jij griffelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van griffelen
- Hij griffelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van griffelen
- Griffelt!
Gangbaarheid
- Het woord griffelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.