grafdelver

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

de grafdelver leunt in zijn rode jasje op zijn schop
Uitspraak
Woordafbreking
  • graf·del·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grafdelver grafdelvers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de grafdelverm

  1. (beroep) iemand die een graf graaft
    • Bij de presentatie van een boek over het leven van een zwarte grafdelver op de Amerikaanse militaire begraafplaats in Margraten, meldde Schepers zich bij de schrijfster, Mieke Kirkels. Na hem meldden zich nog meer kinderen van zwarte bevrijders bij haar. Ze maakte er een nieuw project van: boek en documentaire zijn in de maak. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Paul van der Steen 30 januari 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be