godsdienstwetenschapper

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gods·dienst·we·ten·schap·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord godsdienstwetenschapper godsdienstwetenschappers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de godsdienstwetenschapperm

  1. wetenschapper die de godsdienst onderzoekt als een vorm van menselijk gedrag
     De kruisplicht is een fout, vindt ook de protestantse godsdienstwetenschapper Johanne Harberer. "We hebben genoeg kruizen in Beieren. Söder misbruikt het religieuze symbool."[1]


Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Kruis vanaf morgen verplicht in Beierse overheidsgebouwen” (Donderdag 31 mei 2018, 13:27), NOS