glumpicher

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • glum·pi·cher
Woordherkomst en -opbouw
  • Pennsylvania-Duitse bijvoeglijknaamwoordsvorm met het achtervoegsel -ich en met uitgang -er

Bijvoeglijk naamwoord

glumpicher

  1. nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud stellende trap van glumpich

glumpicher

  1. datief vrouwelijk enkelvoud stellende trap van glumpich

glumpicher

  1. vergrotende trap van glumpich