glazuurden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: glazuurden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gla·zuur·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
glazuren |
glazuurden
- meervoud verleden tijd van glazuren
- Wij glazuurden.
- Jullie glazuurden.
- Zij glazuurden.
- Wij glazuurden.