glazuren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gla·zu·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
glazuren |
glazuurde |
geglazuurd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
glazuren
- overgankelijk met een laag glazuur bedekken
- Die schaal moet eerst nog geglazuurd worden.
- overgankelijk, (kookkunst) met een laag glanzende suiker bedekken
- Deze taart is prachtig geglazuurd.
Synoniemen
- [2] glaceren
Vertalingen
1. met een laag glazuur bedekken
2. met een laag glanzende suiker bedekken
Zelfstandig naamwoord
de glazuren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord glazuur
Gangbaarheid
- Het woord glazuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "glazuren" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Kookkunst in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %