glasvleugelwantsen
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- glas·vleu·gel·want·sen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van glas zn, vleugel zn en wantsen zn
- glasvleugelwants zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glasvleugelwantsen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de glasvleugelwantsen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord glasvleugelwants
- meervoudsvorm als officiële benaming (halfvleugeligen) een familie Rhopalidae van wantsen die behoort tot de orde halfvleugeligen (Hemiptera ). De groep werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Charles Jean Baptiste Amyot en Jean Guillaume Audinet Serville in 1843
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] brilglasvleugelwants, bruinrode glasvleugelwants, geblokte glasvleugelwants, gestippelde glasvleugelwants, grijze glasvleugelwants, grote slanke glasvleugelwants, kaneelglasvleugelwants, kleine slanke glasvleugelwants, langvleugelige glasvleugelwants, zwartgespikkelde glasvleugelwants
Gangbaarheid
- Het woord 'glasvleugelwantsen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 18
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstellende samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Halfvleugeligen in het Nederlands
- Insecten in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal