glühwein

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

glühwein
Uitspraak
Woordafbreking
  • glüh·wein
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Duits [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord glühwein glühweinen
verkleinwoord glühweintje glühweintjes

Zelfstandig naamwoord

de glühweinm

  1. een warme alcoholische drank, die vooral in de periode vlak voor de kerstmis wordt gedronken, bevat naast rode of witte wijn ook kaneel, kruidnagel, steranijs en citroenschillen en vaak ook suiker en honing
    • Erg zichtbaar zijn de agenten niet. Maar het publiek op de kerstmarkt geniet ook zó wel van de glühwein, de worst, de wafels, het gemoedelijke sfeertje en het vermaak. Er klinken blikkerige kerstliedjes, in een tent met stro op de grond rijden kleine kinderen rondjes op pony’s, en er is een keur aan kaarsen, engeltjes en notenkrakers te koop. „Het is vreselijk wat er in Berlijn is gebeurd. Maar ik vind dat je na zoiets juist naar buiten moet, de straat op”, zegt Kati, een vrouw van middelbare leeftijd, die in de lange rij staat bij het stalletje voor ‘Finse glühwein’.[2] 
    • Zonder koek en zopie geen schaatsplezier. Zonder glühwein geen après ski. Want van een warm drankje word je lekker warm van binnen. Tenminste, dat dènken we. Maar is dat ook zo?[3]  
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. glühwein op website: Etymologiebank.nl
  2. NRC Juurd Eijsvoogel 20 december 2016
  3. Volkskrant Margreet Vermeulen 29 januari 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be