ginnegapt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gin·ne·gapt

Werkwoord

vervoeging van
ginnegappen

ginnegapt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ginnegappen
    • Jij ginnegapt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ginnegappen
    • Hij ginnegapt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ginnegappen
    • Ginnegapt!