gifle

Uit WikiWoordenboek

Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Picardisch of het Waals tchife, uit het Nederfrankisch *kifel, verwant aan Nederlands kevel. [1]

Zelfstandig naamwoord

gifle v

  1. (verouderd) kaak
  2. kaakslag, klap in het gezicht
    «A la sortie de la réunion, le président de la République a accordé quelques poignées de main aux badauds, parqués derrière une barrière. S'approchant d'un homme, le président, tout sourire, a néanmoins reçu... une gifle !»[2]
    Aan het einde van de bijeenkomst schudde de president van de Republiek de handen van enkele toeschouwers, die achter een dranghek opgesteld stonden. De president, die op een man afstapte, glimlachte, maar kreeg ... een klap in het gezicht!
Afgeleide begrippen

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron gifle in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
  2. Bronlink Weblink bron
    Flora Chaduc
    “Visite d'Emmanuel Macron en Drôme - Une gifle comme accueil !” (8 juni 2021) op hebdo-ardeche.fr