geweldpleger
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·weld·ple·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geweldpleger | geweldplegers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de geweldpleger m
- misdadiger die iemand met opzet verwondt of doodt
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord geweldpleger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “Koningslied of selfie Woord 2013?” (26-11-2013), NOS