gespartel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·spar·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gespartel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gespartelo

  1. het aanhoudend spartelen
    • Kijk hoe Rutte onze Defensie heeft uitverkocht, de zorg kapot heeft gemaakt met zijn bezuinigingen, het falende beleid met de bootvluchtelingen, de open grenzen, het machteloze gespartel van de EU.[2] 
  2. vergeefse poging om vrij te komen uit een in een net gevangen vis
    • Het gespartel is vastgelegd met een mobiele telefoon (zie video hieronder). Internetters doopten de vis al om als ’zombievis’. Volgens Het Nieuwsblad belden sommige mensen zelfs naar dierenorganisaties om te vragen of het om dierenmishandeling gaat.[3] 
  3. wild bewegen in het water
     De twee jongemannen uit Westerhaar waren op zaterdag 23 november bij een vriend in Vroomshoop geweest. Toen ze het welletjes vonden en naar huis fietsten, hoorden ze gespartel in het water. „We wisten toen nog niet wat het was, het kon ook een dier zijn”, zegt Thomas.[4]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 14 okt. 2015 'Nee' tegen mediawet
  3. de Telegraaf 27 dec. 2017 Visfilet komt tot leven
  4. Bronlink Weblink bron
    Ron Hemmink
    “René (19) en Thomas (18) uit Westerhaar redden man uit kanaal: ‘Vrij normaal dat je iemand helpt’” (08-06-2020), Tubantia
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be