geriefelijkheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·rie·fe·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geriefelijkheid geriefelijkheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geriefelijkheidv

  1. de mate waarin iets comfortabel en prettig is om in te vertoeven
     In de tweede helft van de 19de eeuw werden in treinstations van steden met grote koninklijke paleizen wachtkamers ingericht. Als leden van het koningshuis gebruikmaakten van het toen hypermoderne vervoer per rails, konden ze daar in alle geriefelijkheid wachten.[2]
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 december 2023 Weblink bron “NS zet koninklijke wachtkamers online” (Zaterdag 28 januari 2012, 10:44), NOS