gepiercet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·piercet
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: piercen…
verbogen vorm: gepiercete

gepiercet

  1. voltooid deelwoord van piercen
  2. vormt de voltooide tijden
    • Vele volkeren hebben gedurende de geschiedenis van de mensheid hun tepels gepiercet. 
  3. vormt de lijdende vorm
    • Kinderen onder de zestien mogen alleen gepiercet worden met toestemming van de ouders. 
  4. als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
    • Haar tong was gepiercet. 
  5. attributief gebruikt
    • Met Johannes en Miguel verkende ik de brede promenade, waar gepiercete navels, getatoeëerde schouders en afgetrainde basten om aandacht vochten. [1]

Verwijzingen

  1. Jan Leyers, De weg naar het avondland