geparenteerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·pa·ren·teerd
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van parenteren met het voorvoegsel ge- [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geparenteerd | geparenteerder | geparenteerdst |
verbogen | geparenteerde | geparenteerdere | geparenteerdste |
partitief | geparenteerds | geparenteerders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
geparenteerd
- familie zijn van iemand; tot dezelfde familie behoren
- ▸ de burggraaf van Mortemart, hij is geparenteerd aan de Montmorency's via de Rohans.[2]
- ▸ De manager van het veilinghuis is Mevrouw Leila de Vos van Steenwijk, die vermoedelijk geparenteerd is aan de houder van de langste en deftigste naam van Nederland: Jan Arend Frederik Baron de Vos van Steenwijk genaamd van Essen tot Windesheim.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord geparenteerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ geparenteerd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron “Een feest van dubbele namen” (16/03/2012), HP de Tijd