geoord

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·oord
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: oren…
verbogen vorm: geoorde

geoord

  1. voltooid deelwoord van oren gebeden ww "
stellend
onverbogen geoord
verbogen geoorde
partitief geoords

Bijvoeglijk naamwoord

geoord

  1. voorzien van oren
  2. (heraldiek) met afwijkend gekleurde oren

Gangbaarheid

44 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen