generaliserend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: generaliserend (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɣenəraliˈzerənt / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- ge·ne·ra·li·se·rend
Werkwoord
vervoeging van: | generaliseren |
verbogen vorm: | generaliserende |
generaliserend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | generaliserend | generaliserender | generaliserendst |
verbogen | generaliserende | generaliserendere | generaliserendste |
partitief | generaliserends | generaliserenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
generaliserend
- een of enkele gevallen zien als kenmerkend voor een hele groep
- De ambassade zegt met verbazing kennis te hebben genomen van de berichten in de media. De publicaties zouden slechts berusten op 'enkele vastgestelde en berechte gevallen van oplichting en fraude'. "Er zijn veel verwijten gemaakt, echter zonder concrete verwijzingen naar documenten en informatiebronnen", staat in de verklaring. Polen spreekt van 'kwetsende en generaliserende uitspraken over Polen in Nederland'. [1]
- Radicale invloeden binnen het islamitisch (weekend)onderwijs kunnen ertoe leiden dat kinderen en jongvolwassenen vervreemden van de samenleving, waarschuwt de AIVD in haar jaarrapport 2018. In Trouw van 19 april protesteren moskeebestuurders tegen het generaliserende beeld dat de veiligheidsdienst schetst: de meeste organisaties die islamitische lessen verzorgen, zijn volgens hen helemaal niet radicaal. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord generaliserend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tubantia L. Kok 5 september 2018 Polen woest om beschuldiging grootschalige ww-fraude
- ↑ Het Parool T. Pels & A. Hamdi 9 mei 2019 ‘Maak van moskeeschool brug in plaats van kloof tussen verschillende leerwerelden’
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 6 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Onvoltooid deelwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal