geloofskwestie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·loofs·kwes·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geloofskwestie | geloofskwesties |
verkleinwoord | geloofskwestietje | geloofskwestietjes |
Zelfstandig naamwoord
de geloofskwestie v
- (religie) zaak die de kerkelijke gezindheid betreft
- ▸ De populariteit van Ahok is daarna gekelderd, terwijl hij daarvoor de grote favoriet was. "Hij is bezig om van de chaotische stad een functionerende metropool te maken. Hij werkt aan verbeteringen van het verkeer en wil overstromingen voorkomen. Dat wordt hem in dank afgenomen. Maar die geloofskwestie kwam ertussendoor."[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'geloofskwestie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Belasterde christelijke gouverneur Jakarta verliest verkiezingen” (Woensdag 19 april 2017, 13:06), NOS