gejaag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·jaag
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van naamwoord van handeling van jagen met het voorvoegsel ge- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gejaag | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het gejaag o
- het aanhoudend haastig en druk bezig zijn
Gangbaarheid
- Het woord gejaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.