gedemarreerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·de·mar·reerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van demarreren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | demarreren… |
verbogen vorm: | gedemarreerde |
gedemarreerd
- voltooid deelwoord van demarreren