gebruikersvriendelijkheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·brui·kers·vrien·de·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gebruikersvriendelijkheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gebruikersvriendelijkheidv

  1. het gemak waarmee een gebruiker een bepaalde dienst of product kan gebruiken
     Zeker op het moment dat het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames oploopt, zou de app nuttig kunnen zijn, denken ze. "Juist nu zou je willen dat mensen hem alvast installeren, zodat er al ontmoetingen in kaart kunnen worden gebracht", zegt Joris Leker, die belast is met de gebruikersvriendelijkheid en toegankelijkheid van de app.[1]
     Behalve dat niet iedereen even handig is met de computer, bevatten websites soms onduidelijke informatie, laat de gebruikersvriendelijkheid te wensen over en zijn er vaak storingen. "Een vergissing op internet is geen fraude", benadrukt Van Dooren in het verslag. Volgens hem moeten burgers er niet op worden afgerekend als zij een vergissing maken bij het invullen van een internetformulier.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 december 2023 Weblink bron “Corona-app is af, maar uitrol laat op zich wachten: makers teleurgesteld” (Donderdag 24 september 2020, 06:00), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 december 2023 Weblink bron “"Digibeten verliezen aansluiting"” (Woensdag 26 maart 2014, 14:02), NOS