gebandageerd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gebandageerd (hulp, bestand)
- IPA: /ɣəbɑndaˈʒert/
Woordafbreking
- ge·ban·da·geerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van bandageren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | bandageren… |
verbogen vorm: | gebandageerde |
gebandageerd
- voltooid deelwoord van bandageren