gastredacteur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gast·re·dac·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gastredacteur gastredacteuren
gastredacteurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gastredacteurm

  1. iemand die eenmalig, op uitnodiging de functie van redacteur vervult
     Wilco Boom is politiek verslaggever voor de NOS in Den Haag. In het kader van het Duits-Nederlandse journalistenstipendium, een jaarlijks uitwisselingsprogramma, is hij twee maanden gastredacteur op de politieke redactie van de WDR in Berlijn.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 november 2023 Weblink bron
    Wilco Boom
    “Waarom Duitsland geen PVV heeft” (Vrijdag 27 april 2012, 19:03), NOS