gasbom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gas·bom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gasbom | gasbommen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- cilinder gevuld met brandbaar gas
- In Parijs laten militanten van de GIA een gasbom ontploffen in de metro Saint-Michel, wegens de Franse steun aan de Algerijnse regering. Er vallen acht doden.[2]
- bom met gasvormig chemisch wapen
- De Belgische ontmijningsdienst had op zijn basis in de West-Vlaamse gemeente Langemark-Poelkapelle een installatie om achtergebleven oorlogsmunitie te ontmantelen die behalve springstof ook andere giftige componenten bevat, zoals bijvoorbeeld fosgeengas. Die installatie ging in augustus 2012 stuk toen er een gasbom in ontplofte. [3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord gasbom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gasbom" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ gasbom op website: Etymologiebank.nl
- ↑ de Standaard 22/03/2016 om 17:00 door Lieven Sioen De Internationale van de islamistische terreur
- ↑ de Standaard 31/12/2014 om 16:31 Leger koopt nieuwe ontmantelingsinstallatie na explosie
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be