galvaniseur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: galvaniseur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gal·va·ni·seur
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van galvaniseren met het achtervoegsel -eur[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | galvaniseur | galvaniseurs |
verkleinwoord | galvaniseurtje | galvaniseurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de galvaniseur m
- (beroep) iemand die voorwerpen galvaniseert
Gangbaarheid
- Het woord 'galvaniseur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.