fysiologisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fy·sio·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van fysiologie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fysiologisch | fysiologischer | |
verbogen | fysiologische | fysiologischere | |
partitief | fysiologisch | fysiologischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
fysiologisch
- (medisch) door de natuur bepaald, de natuurlijke verrichtingen van levende wezens of hun organen betreffend
Vertalingen
1. door de natuur bepaald, de natuurlijke verrichtingen van levende wezens of hun organen betreffend
Gangbaarheid
- Het woord fysiologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fysiologisch" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be