freewheelt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • free·wheelt

Werkwoord

vervoeging van
freewheelen

freewheelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van freewheelen
    • Jij freewheelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van freewheelen
    • Hij freewheelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van freewheelen
    • Freewheelt!