fotoshopt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fo·to·shopt

Werkwoord

vervoeging van
fotoshoppen

fotoshopt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fotoshoppen
    • Jij fotoshopt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fotoshoppen
    • Hij fotoshopt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van fotoshoppen
    • Fotoshopt!