fornuispit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fornuispit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- for·nuis·pit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fornuis en pit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fornuispit | fornuispitten |
verkleinwoord | fornuispitje | fornuispitjes |
Zelfstandig naamwoord
- Een brander van een fornuis waarop men pannen en waterketels kan zetten.
- De meeste kookplaten hebben tegenwoordig 4-(fornuis)pitten.
Gangbaarheid
- Het woord 'fornuispit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.