foirer
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
foirer
- (spreektaal) aan de schijterij zijn [2]
- (spreektaal) mislukken, verknallen
- «Putain, j’ai foiré l’exam de c’matin!»
- Verdomme, ik heb het examen van vanochtend verknald! [2]
- «Putain, j’ai foiré l’exam de c’matin!»