fluorescerend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fluo·re·sce·rend
Werkwoord
vervoeging van: | fluoresceren |
verbogen vorm: | fluorescerende |
fluorescerend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fluorescerend | fluorescerender | fluorescerendst |
verbogen | fluorescerende | fluorescerendere | fluorescerendste |
partitief | fluorescerends | fluorescerenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
fluorescerend
- (natuurkunde) licht uitstralend (door terugvallen naar de grondtoestand van een atoom)
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord fluorescerend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.