floep aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- floep aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanfloepen |
floep aan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanfloepen
- Ik floep aan.
- gebiedende wijs van aanfloepen
- Floep aan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanfloepen
- Floep je aan?
Gangbaarheid
- Het woord floep aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.