finnjol
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- finn·jol
Woordherkomst en -opbouw
- gedeeltelijke leenvertaling van Zweeds finnjolle, naam door de 20e-eeuwse Zweedse zeiler en botenbouwer R. Sarby aan dit type gegeven omdat hij het voor de Olympische Spelen van 1952 in Finland had ontworpen; vanaf 1952 als naam van een type zeilboot aangetroffen (zie vindplaats hieronder) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | finnjol | finnjollen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (scheepvaart) (sport) bepaald type eenmanszeilboot
- ▸ Hij heeft een finnjol ter beschikking gekregen om de „fijne kneepjes" van deze boot te leren.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'finnjol' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ finnjol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Boei zonk bij Valkenrace op Brasemermeer Weinig Olympiërs bij „Hollandia” in: De Volkskrant , jrg. 30 nr. 8365 (27 mei 1952), NV De Volkskrant, 's-Hertogenbosch, p. 4 kol. 1
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal